荷兰语动词知识及动词have的用法
下面是坦途荷兰语考试网分享的荷兰语动词内容及相应的用法,因此如果你准备学习此语言,现在赶紧来这里了解一下具体的情况是怎样的吧。
一、弱变化动词基本规律
动词werken (towork)可做为弱变化动词的代表,在动词变格时,它的词干werk不发生变化。
荷兰语经常用现在完成时来描述过去发生的事情,它可以翻译成英文的现在完成时或过去时。如:Ik heb haar gezien.
二、行为和状态vszijn和hebben
⒈表示行动或状态的动词如:“komen”(来),“gaan”(去),“worden”(变成),gebeuren”(发生)“zijn”(是)等,还有其它动词像“fietsen(骑自行车)”,“zwemmen”(游泳),“rijden”(开车),“vertrekken”(离开),“lopen”(步行)等,如果它们表达的是到达某目的地的动作,则用“zijn”做助动词。
⒉不好分清时,记住行为用hebben,状态用zijn。此时状态包括:行动到某个目标或改变状态。3.有些动词既可表示行为,也可以表示状态,如lopen,rijden和fietsen,若目的地已经指明,且到达此目的地需要行为,则用zijn。请看:
Zij heeft langzaam gelopen. 她慢慢地步行。(行为)
Zij is naar het station gelopen. 她步行去车站了。(状态)
动词have
第一人称(单数)
ik heb-我有
第二人称(单数)
jij/je hebt (heb je)-你有
u hebt/heeft-您有
第三人称(单数)
hij heeft-他有
zij/ze heeft-她有
het heeft-它有
第一人称(复数)-wij/we hebben-我们有
第二人称(复数)
jullie hebben-你们有
u hebt/heeft-你们有
第三人称(复数)
zij/ze hebben-他们有
系动词
第一人称(单数)-Ik ben-我是
第二人称(单数)
jij bent (ben jij?)-你是(强调你)
je bent (ben je?)-你是(不强调你)
u bent (bent u?)-您是(正式)
第三人称(单数)
hij is-他是
zij is-她是(强调她)
ze is-她是(不强调她)
het is-它是
第一人称(复数)
wij zijn-我们是(强调我们)
we zijn-我们是(不强调我们)
第二人称(复数)
jullie zijn-你们是
第三人称(复数)
zij zijn-他们是(强调他们)
ze zijn-他们是(不强调他们)
温馨提示:因考试政策、内容不断变化与调整,坦途网提供的以上信息仅供参考,如有异议,请考生以权威部门公布的内容为准!
- 荷兰语口语艺术类词汇510-11
- 荷兰语口语艺术类词汇410-11
- 荷兰语口语艺术类词汇310-11
- 荷兰语口语艺术类词汇210-11