荷兰语口语对话(九)

荷兰语口语对话(九)

161)Welk getal komt na 65? 66

161)哪个数字跟在65后面?66

162)Zijn groente en fruit goed voor de gezondheid? Ja

162)菜和水果是很好的健康食物?是的

163)Het is nu vrijdag…eergisteren was het? Woensdag

163)现在是星期五…前天是? 星期三

164)Legt een haan een ei? Nee

164)公鸡产蛋?否

165)Het is nu negen uur…over een half uur is het? Half 10

165)现在是9点…再过半小时是? 9点半

166)Staat een oven in de keuken? Ja

166)炉子放在在厨房? 是的

167)Welke maand komt voor mei? April

167)哪个月是在5月前面? 4月

168)Als iets eenvoudig is, is het dan makkelijk of moeilijk ? Makkelijk

168)如果某事是简单的，做起来是容易还是困难?容易

169)Als iets kookt, is het dan heet of koud ? heet

169)如果煮东西，是热还是冷的? 热的

170)Is de basisschool voor volwassenen? Nee

170)那小学是为成人的吗?不是

171)Is een berg hoog of laag? Hoog

171)山是高还是低的?高

172)Wat doe je met een nagelschaar? Nagels knippen

172)指甲剪你用来做什么?剪指甲

173)Hoeveel voeten heeft een mens? Twee

173)一个人有多少只脚?两只

174)Wat kun je met een telefoon? Bellen

174)电话你能用来做什么?打电话

175)Wat doe je met een weegschaal? Wegen

175)秤你会用来做什么?秤重

176)Hoeveel dagen telt een week? 7

176)一个星期有几多天? 7

177)Wat doet een geit? Mekkeren

177) 母羊做什么? 叫

178)Hoe noem je iemand die uit Nederland komt? Nederlander

178)有人来自荷兰你怎样称呼?荷兰人

179)Wat doe je met speelgoed? Spelen

179)你做什么拿住玩具?玩

180)In welk seizoen schijnt de zon het meest? Zomer

180) 阳光照耀最多的在哪一个季节?夏天